Er zijn in 2021 meer klachten door kinderen en jongeren zelf ingediend bij de Rotterdamse kinderombudsman dan ooit tevoren. Zelfs als kinderen een andere omgangsregeling met hun vader willen en niet weten hoe dit moet wordt de instelling hierover geraadpleegd. Ook wanneer een kind zich niet gehoord voelt door haar jeugdbeschermer.
Uit het jaarverslag van ombudsman Stans Goudsmit blijkt verder dat zij zich zorgen maakt over de lange wachttijden in de gespecialiseerde jeugdhulp. Kinderen moeten veel te lang wachten op een plek in de GGZ, op een plek in een residentiele instelling, op intensieve ambulante hulp thuis of op een plek na verblijf in een gesloten jeugdhulpinstelling.
Daar komt nog een andere zorg bij. De kinderombudsman krijgt sinds 2021 uit Rotterdam ook signalen dat de wachttijden bij de wijkteams oplopen. Dat betekent dat kinderen twee keer moeten wachten: eerst bij het wijkteam en daarna weer bij de gespecialiseerde jeugdhulp. In deze wachtperiode ontbreekt regelmatig overbruggingshulp. Over deze aanhoudende zorgen heeft de kinderombudsman samen met de andere gemeentelijke kinderombudsmannen al een brandbrief aan de Tweede Kamer gestuurd.